
Dit lieve liedje was het enige versje dat ik als kind ergens begreep, intuïtief als vanzelfsprekend ervoer. En soms als troost neuriede wanneer ik me onbegrepen en eenzaam voelde en weer eens te horen had gekregen “zit niet zo te dromen” of “kom eens met je beide beentjes op de grond”.
Toen ik decennia later, (via een flow die naar de hel leek te stromen) met nondualiteit in aanraking kwam, voelde dat als thuiskomen.
Dat ‘zweverige’ zoals het vaak genoemd werd, bleek de ingrond van al dat is.
“Beweeg voorzichtig mee op de flow van het leven
Zorgeloos, het leven is immers maar een droom.”
‘Je boot’ is hier dan het lichaam-geest mechanisme.
‘De stroom’ het leven zoals het zich ontvouwt.
Beweeg mee met wat is, wat waar is; natuurlijk, zonder weerstand, zonder steeds iets te willen dat er niet is of niet te willen wat er wel is, zonder steeds overal zorgelijk over na te denken.
‘Merrily’ vertaalt zich als ‘vrolijk, heerlijk, prettig’. Zelf zou ik er liever ‘peaceful’ van maken, maar dat zingt voor kinderen waarschijnlijk minder fijn. Want het is natuurlijk onmogelijk en absurd om continue vrolijk te zijn, zelfs in een droom. Het leven is vaak pijnlijk en moeilijk. Maar wanneer we leren dat toe te laten, aanwezig blijven bij wat is, dan kan dat een poort zijn uit de droom van het denkbeeldige leven.